Wettelijke bepalingen
- Gegevens
- Categorie: Administratief
Anders dan in bijvoorbeeld Nederland kent Curaçao vrijwel geen wettelijke bepalingen voor de inrichting van jaarrekeningen en de bepalingen met betrekking tot jaarrekeningen. De wettelijke bepalingen zijn opgenomen op verschillende plaatsen:
Burgerlijke Wetboek Boek 2
Op grond van het nieuwe rechtspersonenrecht zijn voor grote NV's extra bepalingen opgenomen.
Burgerlijk Wetboek Boek 3
(na wijziging PB 2000, no. 108)
Boek 3 Vermogensrecht in het algemeen
Titel 1 Algemene bepalingen
Afdeling 1A het voeren van een administratie
Artikel 15a
1. Een ieder die een bedrijf of zelfstandig een beroep uitoefent, is verplicht van zijn vermogenstoestand en van alles betreffende zijn bedrijf of beroep, naar de eisen van dat bedrijf of beroep, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde zijn verplichtingen kunnen worden gekend.
2. Onverminderd het elders in de wet bepaalde is degene op wie de verplichtingen, bedoeld in het eerste lid, rusten, verplicht jaarlijks binnen acht maanden na afloop van het boekjaar een balans en een staat van baten en lasten te maken en op papier te stellen.
3. Hij is voorts verplicht de in het eerste lid bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende tien jaren te bewaren.
4. De op een gegevensdrager aangebrachte gegevens, uitgezonderd de op papier gestelde balans en staat van baten en lasten, kunnen op een andere gegevensdrager worden overgebracht en bewaard, mits de overbrenging geschiedt met juiste volledige weergave der gegevens en deze gegevens gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar zijn en binnen een redelijke tijd leesbaar kunnen worden gemaakt.
Landsverordening van 28 april 1949, regelende de verplichting tot publicatie der boekhoudkundige gegevens van bedrijven van openbaar nut. (na wijziging PB 2001 no. 24)
artikel 1
1. Alle natuurlijke personen en rechtspersonen, die in Curaçao een bedrijf van openbaar nut uitoefenen, zijn verplicht uiterlijk binnen acht maanden na het einde van het boekjaar aan de Gouverneur te doen toekomen, een naar waarheid opgemaakte, door hen ondertekende balans en winst- en verliesrekening aangaande dat bedrijf, vergezeld van een toelichting, welke vermeldt naar welke maatstaf de goederen zijn gewaardeerd.
2. In bijzondere gevallen kan de Gouverneur om gewichtige redenen deze termijn verlengen met ten hoogste vier maanden.
3. [...]
artikel 5
1. Hij, die een balans of een winst- en verliesrekening of een toelichting daarop, als bedoeld in artikel 1, valselijk opmaakt of vervalst, met het oogmerk om deze als echt en onvervalst aan de Gouverneur te doen toekomen, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste zes jaar.
2. Dit feit wordt beschouwd als misdrijf.
Landsverordening ondernemingspensioenfondsen
artikel 10
[...]
3. Het bestuur van een ondernemingspensioenfonds, ten aanzien waarvan geen overdracht of herverzekering van het uit aangegane verplichtingen voortspruitende risico behoeft plaats te hebben, legt aan de Bank eenmaal in de vijf jaren of, zo deze zulks nodig acht, binnen kortere termijn * een door een actuaris samengestelde wetenschappelijke balans en verlies- en winstrekening, alsmede een actuarieel verslag betreffende het fonds over en jaarlijks een door een registeraccountant gecontroleerd verslag, waarin een volledig beeld van de financiële toestand van het fonds gegeven wordt en waaruit ten genoegen van de Bank blijkt, dat aan het bij of krachtens deze landsverordening bepaalde wordt voldaan en dat de belangen der bij het fonds betrokken deelnemers en gewezen deelnemers voldoende gewaarborgd geacht kunnen worden.
4. Het samenstellen en het overleggen van de in het vorige lid bedoelde bescheiden dient te geschieden met inachtneming van de ter zake door de Bank gegeven aanwijzingen.
Landsverordening Toezicht bank- en kredietwezen 1994
artikel 15
1. Iedere kredietinstelling is verplicht jaarlijks binnen een door de Bank vast te stellen termijn een jaarrekening, ten minste bevattend een balans en een winst- en verliesrekening met bijbehorende toelichting, over het afgelopen boekjaar, in een door de Bank vast te stellen vorm, bij de Bank in te dienen.
2. Bij de in het eerste lid bedoelde jaarrekening dient een verklaring van een externe accountant te zijn gevoegd.
3. Iedere kredietinstelling is verplicht bij de opdracht tot het controleren van de jaarrekening respectievelijk van de periodiek bij de Bank in te dienen staten de externe accountant tevens te machtigen om:
a. na overleg met de opdrachtgevende kredietinstelling onverwijld aan de Bank een afschrift te zenden van het accountantsrapport, van de directiebrieven en van de correspondentie die rechtstreeks betrekking heeft op de accountantsverklaring bij de jaarrekening respectievelijk van de overeenkomstig artikel 14, eerste dan wel derde lid, onderdeel a, periodiek bij de Bank in te dienen staten, indien en voor zover de Bank bij deze staten een accountantsverklaring nodig acht,
b. na overleg met de opdrachtgevende kredietinstelling onverwijld de Bank schriftelijk op de hoogte te stellen van omstandigheden die de afgifte van een goedkeurende verklaring bij de jaarrekening respectievelijk bij de Bank in te dienen staten in gevaar zouden kunnen brengen;de externe accountant doet aan de opdrachtgevende kredietinstelling een afschrift toekomen van alle door hem aan de Bank verzonden stukken,
c. indien de Bank zulks noodzakelijk acht op de onder a en b genoemde documenten een mondelinge toelichting te geven.
4. Indien de externe accountant ingevolge het bepaalde onder het derde lid, onderdeel c, mondeling nadere toelichting geeft op de in dat lid, onderdelen a of b, bedoelde stukken, stelt de Bank de opdrachtgevende kredietinstelling in de gelegenheid om bij dit onderhoud met de externe accountant aanwezig te zijn.
5. De Bank kan de kredietinstellingen van bepaalde afdelingen onderscheidenlijk onderafdelingen van het register geheel of gedeeltelijk ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid. De Bank kan aan de ontheffing voorwaarden stellen.
Wetboek van Strafrecht van Curaçao
artikel 349
De koopman, de bestuurder, beheerende vennoot of commissaris van een vennootschap of coöperatieve vereeniging, die opzettelijk eene onware staat of eene onware balans, winst- en verliesrekening of toelichting op een van die stukken openbaar maakt of zoodanige openbaarmaking opzettelijk toelaat, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar.
De bestuurder van een naamlooze vennootschap, die niet voldoet aan eenige hem bij het Wetboek van Koophandel van de Nederlandse Antillen opgelegde verplichting betreffende de openbaarmaking van eenignederlegging ter inzage van eenig stuk, of de aankondiging van dergelijke nederlegging, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van ten hoogste zeshonderd gulden. besluit van aandeelhouders, het opmaken van de balans en de winst- en verliesrekening met toelichting, de openbaarmaking of
De bestuurder van een besloten vennootschap, die niet voldoet aan enige hem bij de Landsverordening Besloten Vennootschap opgelegde verplichting betreffende de het opmaken van de balans en de winst- en verliesrekening met toelichting, de openbaarmaking of nederlegging ter inzage van enig stuk, of de aankondiging van dergelijke nederlegging, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van ten hoogste zeshonderd gulden.
Landsverordening op de winstbelasting 1940 / Landsverordening op de Winstbelasting 1940
Onshore
artikel 5B
Het bepaalde in artikel 5, vierde lid, artikelen 5A, eerstel lid, 6, derde lid, 9A, zevende lid, en 10, tweede en vijfde lid, vindt slechts toepassing, indien door het lichaam een regelmatige boekhouding wordt gevoerd, met geregelde jaarlijkse afsluitingen.
artikel 19, lid 4
Bij de definitieve aangifte moeten worden gevoegd:-
a. een door het bestuur van het lichaam gewaarmerkt afschrift van de balans met bijbehorende winst- en verliesrekening en het aan aandeelhouders, leden of andere belanghebbende uitgebrachte jaarverslag van het lichaam over het jaar, waarover de belasting geheven wordt;
[b. ...]
Offshore
artikel 27, lid 2
Bij de definitieve aangifte moeten worden gevoegd:-
a. een door het bestuur van het lichaam gewaarmerkt afschrift van de balans met bijbehorende winst- en verliesrekening en het aan aandeelhouders, leden of andere belanghebbende uitgebrachte jaarverslag van het lichaam over het jaar, waarover de belasting geheven wordt;
[b. ...]
Algemeen (voor invoering van de ALL)
artikel 45A
1. Een ieder is gehouden aan de Inspecteur op diens verzoek:
a. de gegevens en inlichtingen te verstrekken welke voor de belastingheffing ten aanzien van hem van belang kunnen zijn;
b. de boeken en overige bescheiden of de inhoud daarvan - zulks naar keuze van de Inspecteur - waarvan de inzage van belang kan zijn voor de vaststelling van de gegevens die op de belastingheffing ten aanzien van hem invloed kunnen uitoefenen, voor dit doel beschikbaar te stellen.
2. De gevraagde gegevens en inlichtingen dienen, op verzoek schriftelijk, binnen een door de Inspecteur te stellen termijn te worden verstrekt.
3. De in het eerste lid, onderdeel b, genoemde verplichting geldt eveneens voor de derde bij wie de boeken of overige bescheiden zich bevinden. De Inspecteur stelt degene wiens boeken of overige bescheiden bij een derde worden ingezien zo spoedig mogelijk van de inzage in kennis.
4. Indien deze landsverordening aangelegenheden van een derde aanmerkt als aangelegenheden van de vermoedelijk belastingplichtige, gelden voor de derde gelijke verplichtingen.
artikel 45B
1. De Inspecteur is bevoegd van de boeken en overige bescheiden of de inhoud daarvan kopieën, leesbare afdrukken of uittreksels te maken. Indien het maken van kopieën of leesbare afdrukken niet ter plaatse kan geschieden, is de Inspecteur bevoegd de boeken, bescheiden en andere informatiedragers voor dat doel voor korte tijd mee te nemen tegen een door hem af te geven schriftelijk bewijs.
2. Inzage in boeken en overige bescheiden dient te worden verleend op het kantoor van de Inspecteur binnen een door hem te stellen termijn. De Inspecteur kan akkoord gaan met inzage op een andere plaats, voorzover dat de voortgang van het onderzoek niet belemmert.
artikel 45D
1. Alle lichamen zijn administratieplichtig.
2. Elke administratieplichtige is gehouden van zijn vermogenstoestand en van alles betreffende zijn onderneming naar de eisen van het bedrijf op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken en overige bescheiden op zodanige wijze te bewaren, dat hieruit te allen tijde zijn rechten en verplichtingen alsmede de voor de heffing van de belasting overigens van belang zijnde gegevens duidelijk blijken.
3. De administratie wordt gevoerd in het Nederlands, Papiaments, Engels, Duits, Frans of Spaans.
4.Tot de administratie behoort mede hetgeen ingevolge deze landsverordening wordt vastgelegd.
5. De inrichting, het bijhouden en het bewaren van de administratie dient controle daarvan door de Inspecteur binnen een redelijke termijn mogelijk te maken. De administratieplichtige verleent de hiervoor benodigde medewerking en verschaft het nodige inzicht in de opzet en de werking van de administratie.
6. Elke administratieplichtige is verplicht zijn administratie, de boeken en overige bescheiden gedurende tien jaren te bewaren.
artikel 46
1. Met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden en een geldboete van ten hoogste NAF. 10.000,= of, indien dit hoger is, met het bedrag van de te weinig geheven belasting, dan wel met een van beide straffen wordt, indien van de handeling of het nalaten het gevolg zou kunnen zijn dat nadeel voor de Nederlandse Antillen of voor een der eilandgebieden kan ontstaan, gestraft degene die, verplicht zijnde tot:
[...]
e. het bewaren van boeken en overige bescheiden, deze boeken en overige bescheiden niet bewaart.
3. Het eerste lid blijft buiten toepassing indien degene op wie de verplichting rust alsnog een juiste en volledige aangifte doet of juiste en volledige inlichtingen, gegevens of aanwijzingen verstrekt voordat hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat de Inspecteur of een van de in artikel 45G bedoelde ambtenaren de onjuistheid of onvolledigheid bekend is of bekend zal worden.
Landsverordening omzetbelasting 1999
artikel 33
1. Ondernemers zijn gehouden van alles betreffende hun onderneming naar de eisen van die onderneming op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken en overige bescheiden op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde hun rechten en verplichtingen alsmede de overigens voor de heffing van de belasting van belang zijnde gegevens hieruit duidelijk blijken.
2. Ondernemers zijn verplicht de in het eerste lid bedoelde boeken en overige bescheiden gedurende tien jaren te bewaren.
3. De administratie dient zodanig te zijn ingericht en te worden gevoerd en de boeken en overige bescheiden dienen zodanig te worden bewaard, dat controle daarvan door de Inspecteur binnen een redelijke termijn mogelijk is. Daartoe verleent de ondernemer de benodigde medewerking met inbegrip van het verschaffen van het benodigde inzicht in de opzet en de werking van de administratie.
artikel 34
1. Een ondernemer is gehouden desgevraagd aan de Inspecteur gegevens en inlichtingen te verstrekken welke van belang kunnen zijn voor de belastingheffing te zijnen aanzien.
2. Een ondernemer is gehouden de in artikel 33 bedoelde boeken en overige bescheiden waarvan de kennisneming van belang kan zijn voor de vaststelling van de feiten, welke invloed kunnen uitoefenen op de belastingheffing te zijnen aanzien, desgevorderd aan de Inspecteur ter inzage te verstrekken.
3. Degene, die direct of indirect tenminste 50 percent van de aandelen heeft in het kapitaal van een rechtspersoon die belaste prestaties verricht, is gehouden desgevorderd gegevens en inlichtingen ten aanzien van hemzelf te verstrekken, welke van belang kunnen zijn voor de belastingheffing ten aanzien van die rechtspersoon.
artikel 35
1. De in artikel 34, tweede lid, bedoelde verplichting geldt onverminderd voor een derde bij wie zich boeken en overige bescheiden bevinden van degene die gehouden is deze, of de inhoud daarvan, aan de Inspecteur voor raadpleging beschikbaar te stellen.
2. De Inspecteur stelt degene wiens boeken en overige bescheiden hij bij een derde voor raadpleging vordert, gelijktijdig hiervan in kennis.
artikel 36
1. De Inspecteur is bevoegd van de boeken en overige bescheiden of de inhoud daarvan kopieën, leesbare afdrukken of uittreksels te maken. Indien het maken van kopieën of leesbare afdrukken niet ter plaatse kan geschieden, is de Inspecteur bevoegd de boeken, bescheiden en andere informatiedragers voor dat doel voor korte tijd mee te nemen tegen een door hem af te geven schriftelijk bewijs.
2. Inzage in boeken en overige bescheiden dient te worden verleend op het kantoor van de lnspecteurvoorzover dat de voortgang van het onderzoek niet belemmert. binnen een door hem te stellen termijn. De Inspecteur kan akkoord gaan met inzage op een andere plaats,
artikel 56
1. Met een geldboete van ten hoogte tienduizend gulden wordt gestraft degene die niet voldoet aan de verplichting, die hem is opgelegd bij de artikelen 10, tweede, derde en zesde lid, 12, vierde lid, 30, 36, tweede lid, en 37, eerste lid.
2. Met een hechtenis van ten hoogste zes maanden of een geldboete van ten hoogste tienduizend gulden of, indien de te weinig geheven belasting hoger is dan dit bedrag, ten hoogste eenmaal het bedrag van de te weinig geheven belasting, hetzij met beide straffen, wordt gestraft degene die ingevolge deze landsverordening verplicht is tot:
a. het verstrekken van inlichtingen, gegevens of aanwijzingen, en deze niet, onjuist of onvolledig verstrekt;
c. het voor raadpleging beschikbaar stellen van boeken of overige bescheiden of de inhoud daarvan, en deze in valse of vervalste vorm voor dit doel ter beschikking stelt;
d.het voeren van een administratie overeenkomstig de daaraan bij of krachtens de landsverordening te stellen eisen, en een zodanige administratie niet voert;
e. het bewaren van boeken en overige bescheiden, en deze niet bewaart;
f. het verlenen van medewerking als bedoeld in artikel 33, derde lid, en deze niet verleent.
artikel 57
1. Degene die opzettelijk een bij deze landsverordening voorziene aangifte niet doet, niet binnen de daarvoor gestelde termijn doet, dan wel een der feiten begaat, omschreven in artikel 56, tweede lid, wordt, indien het feit ertoe strekt dat geen of te weinig belasting wordt geheven, gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of een geldboete van ten hoogste tweehonderdduizend gulden of, indien de te weinig geheven belasting hoger is dan dit bedrag, ten hoogste eenmaal het bedrag van de te weinig geheven belasting.
2. Degene die opzettelijk een bij deze landsverordening voorziene aangifte onjuist of onvolledig doet, wordt, indien het feit ertoe strekt dat geen of te weinig belasting wordt geheven, gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren of een geldboete van ten hoogste tweehonderdduizend gulden of, indien de te weinig geheven belasting hoger is dan dit bedrag, ten hoogste tweemaal het bedrag van de te weinig geheven belasting.
3. Het recht tot strafvervolging op de voet van dit artikel vervalt, indien de schuldige alsnog een juiste en volledige aangifte doet, dan wel juiste en volledige inlichtingen, gegevens of aanwijzingen verstrekt voordat hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat een of meer van de in artikel 41 bedoelde ambtenaren van de belastingdienst, de onjuistheid, onvolledigheid of valsheid bekend zal worden.
De Landsverordening belasting op Bedrijfsomzetten 1997 en de Landsverordening op de Inkomstenbelasting 1943 zijn hier niet behandeld.
HFL Consultants N.V. kan u adviseren inzake de inrichting van uw basisadministratie waardoor later beter voldaan kan worden aan de informatiebehoefte.