Font Size

SCREEN

Profile

Layout

Menu Style

Cpanel

Onroerende goederen lokaal


Onroerende goederen

vraag 11 aangiftebiljet

Artikel 4 bepaalt de opbrengst van onroerend goed in de wet. Je ziet eigenlijk al meteen in het eerste het beste artikel dat het zogenaamde afpellend karakter al weer omzeild wordt door  de bepaling ‘anders dan in de uitoefening van een bedrijf of beroep.

 

 

De Let op! opmerking heeft betrekking op artikel 4, lid 3 begin waarin is bepaald dat je 65% van de huuropbrengsten dient te verantwoorden.

 

Artikel 9 en 9C regelen de aftrek van de betreffende bronnen. Daar wordt echter ook al weer inbreuk op gemaakt door artikel 4, lid 3 slotgedeelte. In artikel 9 komen geen aftrekposten voor die van belang zijn voor inkomsten uit onroerend goed. Wel van belang is artikel 9, lid 8.

 

Volgens artikel 4, lid 3 slotgedeelte bepaalt:

 

en worden geen andere kosten in aanmerking genomen dan de rente en kosten van geldlening ter verkrijging of verbetering van het onroerend goed, alsmede de premies voor een aan die lening verbonden met de looptijd dalende overlijdensrisicoverzekering.

onroerend goed toelichting

Het tweede lid van artikel 4 bepaalt dat niet tot het inkomen uit onroerend goed gerekend wordt is hetgeen zuiver wordt verkregen uit de eigen woning. In het vierde lid is het begrip “eigen woning” gedefinieerd. Toch is dit maar een vage definitie, want dat het koophuis waarin je woont tot het begrip “eigen woning” wordt verstaan lijkt logisch. Maar ook het vakantiehuisje of het af en toe verhuurde vakantiehuisje op Curaçao?

Eigen woning is de woning die de belastingplichtige in eigendom heeft en die hij als hoofdverblijf heeft.

 

Verkoopopbrengsten van het betreffende onroerend goed zijn onbelast. Allereerst als gevolg van het toegepaste bronnentheorie, maar is ook opgenomen in artikel 8, onderdeel d.

 

Nergens in de wet staat dat alleen verhuur van onroerend goed in Curaçao belast is. Voor buitenlands belastingplichtigen is wel een a contrario regeling opgenomen: verhuurd onroerend goed van buitenlands belastingplichtigen worden alleen in de heffing betrokken voor zover dit onroerend goed binnen Curaçao is gelegen. Inkomsten uit vakantiehuisje in het buitenland moeten daarom ook opgegeven worden in de aangifte inkomstenbelasting voor binnenlands belastingplichtigen.

 

Aruba en St. Maarten kent op dit punt eensluidende bepalingen. Dat zou kunnen betekenen dat je als inwoner van Curaçao zowel op Aruba als in Curaçao belasting zou moeten betalen. Gelukkig regelt de Belastingregeling voor het Koninkrijk in artikel 4 het heffingsrecht. Zie echter artikel 24 van deze regeling. Voor Aruba en Nederland wordt zo dubbele heffing voorkomen. Voor andere landen geldt formeel geen regeling. Van de mogelijkheid, zoals opgenomen in artikel 58 van de Algemene landsverordening Landsbelastingen om middels een eenzijdige regeling dubbele heffing te voorkomen is geen gebruik gemaakt. Wel wordt dit in individuele gevallen toegestaan waarbij artikel 24 van de BRK conform wordt toegepast.

Model D aangifte

 

 

U bevindt zich hier: Home Belastingadvies Inkomstenbelasting algemeen Onroerende goederen lokaal